De Tour de France begint dit jaar in ons eigen kikkerlandje. Morgen gaat het los en is de grand depart in Utrecht. Love it or hate it, je kan er dit jaar eigenlijk niet om heen, de Tour gaat weer beginnen. Of het spel net zo leuk is als de echte Tour, dat is een ander verhaal.
Fietsen voor je centen
In Tour de France 2015 ga je de Tour fietsen, logisch. Naast de Tour kan je ook enkele andere koersen doen zoals de Dauphiné. Je hebt de keuze, het hoeft gelukkig niet, om als een nieuwe renner en als nieuw team je te gaan kwalificeren voor het echte werk in de Pro Team modus. Leuk bedacht, maar niet helemaal goed uitgewerkt. Je hebt namelijk te maken met een beperkt budget om renners aan te nemen. De goede renners doen het natuurlijk niet voor niets, die vragen een klap geld van heb ik jou daar. Om geld te verdienen moeten er koersen gewonnen worden, iets wat eigenlijk enkel haalbaar is met goede renners. Diezelfde renners die je dus niet kan betalen omdat je geen budget hebt. Een vicieuze cirkel die je met heel veel geluk misschien kan onderbreken, maar het is meer een kwestie van keihard simpele koersen grinden ofwel eindeloos herhalen. Als je wielrennen saai wilt maken, dan laat je mensen grinden. Mislukt concept dus, gevalletje leuk bedacht maar slecht uitgewerkt. Gelukkig kan je dit gedoe ook allemaal lekker overslaan en gelijk aan de Tour beginnen. Zoals wij allemaal wel weten begint de Tour dit jaar in Utrecht. De tweede etappe gaat van Utrecht naar Zeeland, waar we door de eindeloze tulpenvelden fietsen. In-game is het wel zichtbaar dat het om Nederland gaat, de Oudhollandse huisjes en de tulpenvelden kan je niet missen. Ook de Neeltje Jans is herkenbaar als je in Zeeland aankomt. Dat maakt het voor de ‘Ik Hou Van Holland’ kijker wel leuk.
Last-gen of current-gen?
Dit vroeg ik mijzelf serieus af, speel ik dit echt op de Xbox One of is dit een backwards compatible Xbox 360 game? De renners zelf zien er wel oké uit, maar de rest is om te huilen. De anti-aliasing staat schijnbaar standaard uit, gezien de kartelrandjes overal. De bewegingen van de renners zijn ook houterig te noemen, als je een beetje naar links of rechts stuurt schok je meer die richting op dan dat het vloeiend verloopt. Het publiek is ook niet echt realistisch te noemen, ze bewegen houteriger dan een trekpop. Ze springen voor je op de berg etappes en ‘glijden’ aan de kant als je in de buurt komt. Dat soort dingen komt het realisme niet ten goede, terwijl dit toch meer een simulatie game moet voorstellen dan een arcade game.
Om over de load-lag (bij gebrek aan beter woord) maar te zwijgen. Heel storend, een aantal keer per etappe kom je een moment tegen dat de game een volgende sectie moet laden waardoor je scherm gewoon even bevriest. Deze momenten kom ik vaak tegen bij cruciale punten in de etappe zoals bij een tussensprint of de finish van een bergklim. Juist op die momenten ben je gefocust bezig om te winnen dus dat het loaden juist op deze punten moet gebeuren, is een frustratiepunt voor mij. Stuur ik net naar links om een renner voor mij in te halen, bevriest het beeld tijdens het laden en eindig ik tegen de hekken met mijn renner. Hierdoor verlies je al je snelheid waardoor je de tussensprint dus niet wint.
Over realisme gesproken, waar zijn precies de volgwagens van de renners? Niet te bekennen in de game, terwijl er in de Tour juist een hele karavaan aan volgauto’s meerijdt met de renners. Dit maakt het juist leuk, een achtergebleven renner tussen de auto’s is spannend. Kan de renner terugkomen of is het einde oefening? Of eten uitdelen vanuit de auto’s, kleine reparaties uitvoeren, verbandje leggen, dat soort dingen gebeuren vanuit een volgauto. Je renner krijgt nu op een magischs manier zijn eten in plaatst van dat één van de renners een tasje haalt bij de volgauto en dit gaat uitdelen. Waarom zit dit niet in de game? Dan heb je iets te doen tijdens de lange fietsritten. Dat verbandje leggen kan je helemaal wel vergeten, je kan namelijk niet vallen. Je leest het goed, je kan niet vallen. Je herinnert je vast nog wel hoe Johnny Hoogerland gigantisch op z’n muil ging in de Tour van 2013. Dat soort epische momenten waar helden worden geboren, zitten er dus niet in.
Knopjes ingedrukt houden
Tour de France 2015 is vooral een knopjes-ingedrukt-houden festijn. Om te trappen houd je de RT ingedrukt, druk je RT vol in dan trap je vol vermogen en word je dus snel moe. Door X ingedrukt te houden kan je slipstreamen achter een andere renner, hierdoor word minder snel moe en kan je dus energie sparen. In deze slipstream modus hoef je ook niet te sturen, een beetje auto-pilot mode dus. Je kan dit alleen niet te lang doen, je voorganger vindt het na een tijdje niet zo tof meer dat je hem gebruikt als human (wind) shield. De samenwerking word opgezegd en de renner sprint er vandoor of laat zich afvallen. Het loont dus om ook op kop te rijden, de zogenaamde relay. Wat dat betreft is het wel realistisch te noemen.
Je hebt 2 versnellingen ter beschikking die je kan toepassen in een relay. Met het lichte verzet spendeer je minder energie dan met het zwaardere verzet. Als je in de slipstream rijd dien je dus je lichte verzet te kiezen om zo nog minder energie te verspillen. Voor een kop-actie, sprint of solo-klim kies je het zwaardere verzet. Je energie gaat harder achteruit maar je trapt met meer vermogen en gaat dus sneller. Om een sprintje te trekken ram je als een gek op A, zolang je sprint balkje niet leeg is ga je op de pedalen staan om even flink aan te trekken. Eten is ook belangrijk, dit kan je energie- of je sprintbalkje weer wat bijvullen. Je kiest voor de koers uit een aantal etenswaren. Eén is voor het bijvullen van je energie, de andere is voor je sprintbalkje en weer een andere is voor de ‘frisheid’ van je rijder. Time dit goed, want je eerste maaltijd moet je voor een bepaald punt naar binnen gewerkt hebben. Doe je dit niet dan gaat deze verloren.
Je kan je teamgenoten ook opdrachten geven via een menusysteem in de koers. Zo kan je bijvoorbeeld een andere renner vertellen dat hij moet gaan aanvallen, of jou moet gaan beschermen. Dat tweede heb ik meerdere malen gebruikt om zo mijn renner te sparen tot aan een flinke klim. Mijn renner was een echte klimmer maar kon niet zo heel goed in vlak rijden. Mijn teamgenoot was daar juist wel weer goed in, die vertelde ik dus om voor mij te gaan rijden zodat ik kan slipstreamen op de vlakke gedeeltes. Dit werkte best goed totdat mijn teamgenoot bijna een hartstilstand kreeg doordat ik iets te ver pushte. Eenmaal in de bergen ging ik redelijk fris klimmen en won zo menig klim en zelfs wat etappes. Goed systeem als je het mij vraagt. Je kan ook wisselen van rijder, iets wat ik niet heb gedaan. Dat haalt voor mij het realisme uit het spel, ik wil met één renner de Tour rijden en proberen te winnen.
Net niet
De negatieve zaken die ik aankaartte zijn naar mijn mening dermate storend dat het de positieve dingen in het spel overschaduwen. Het is in essentie een goede simulator wat helaas door het ontbreken van bepaalde zaken ontzettend arcade aanvoelt. Het is alsof ze niet goed wisten wat ze precies wilde doen, een hardcore simulator of een arcade race game. Dit kan je niet combineren, het is het één of het ander. Het kan wel in dezelfde game zitten, maar dan als ander speltype. De Tour de France en het Pro Team gedeelte zouden naar mijn mening hardcore simulaties moeten zijn. Pleur er een andere arcade mode bij voor de snelle speler die niet een half uur lang per etappe wil zwoegen en beesten. Een soort quick race waarbij je je teammaten niet aan hoeft te sturen of te veel moet letten op andere kleine bijzaken die het wielrennen juist wielrennen maakt. Het is het dus allemaal net niet.