Ruim een jaar geleden kwam Sifu al uit op de PlayStation 4 en 5 en op de PC. Nu mogen wij er op de Xbox ook mee aan de slag. Is deze game het wachten waard geweest?
Sifu was weer eens zo’n titel waarover ik twijfelde of ik hem op wilde pakken. Ja, het zag er vet uit, kreeg goeie beoordelingen en groepen slechteriken in elkaar trappen als een volleerd kungfu-meester is eigenlijk altijd tof. Tegelijkertijd is dit ook een game die behoorlijk pittig en daardoor erg intens is. Om de haverklap sterven, dingen opnieuw moeten doen, hoge stresslevels, het is niet mijn ding. En toch waag ik me er af en toe wel aan. Zo ook aan Sifu.
Fight, die, rise, repeat
De game begint met een jong personage dat zijn vader en leermeester vermoord ziet worden door een oud leerling. Helaas blijft de kleine kungfu-meester in wording niet onopgemerkt en ook hij (of zij, afhankelijk van de keus die je aan het begin van het verhaal maakt) wordt vermoord. Dankzij de kracht van een magische amulet komt het jonge personage echter weer tot leven. Hij zweert wraak en traint zich acht jaar lang een slag in de rondte om dan uiteindelijk achter de verantwoordelijken voor de dood van hem en zijn vader aan te gaan.
Die amulet wekt je personage niet alleen in het verhaal weer tot leven. Het is een mechaniek waar de game omheen gebouwd is. Wanneer je sterft wekt het amulet je weer tot leven, maar ten koste van een jaar van je leven. Sterf je nog een keer zonder dat je jouw dodenteller hebt kunnen resetten, dan kost je dat twee jaar enzovoort. Je begint als een twintigjarige kungfu-machine, maar die leeftijd kan dus ontzettend snel oplopen. Bereik je de zeventig en sterf je dan weer? Dan is het game over en begin je opnieuw.
Oefening baart kunst
En opnieuw beginnen, dat zul je. Zoals ik in de intro namelijk al aangaf is deze game behoorlijk pittig. Zeker in het begin zul je jezelf regelmatig overschatten om vervolgens weer even flink met beide beentjes op de grond gezet te worden. Vijanden zijn agressief, werken samen en hebben je in no time het hoekje om gebracht. Domweg op knoppen rammen werkt niet. Je zult ouderwets moeten oefenen om beter te worden in deze game. Dus combo’s leren, patronen van vijanden leren herkennen, blocks en dodges leren timen enzovoort. Na een tijdje merk je dat dit steeds beter gaat en dat je massa’s vijanden verslagen achterlaat. En dat voelt lekker joh!
Behalve dat je zelf beter wordt, kun je natuurlijk ook skills voor je personage unlocken. Dit kun je doen bij zogenaamde shrines die je in de hideouts (levels) kunt vinden. Deze skills blijven van kracht zolang je niet game over gaat, of de hideout waarin je ze gevonden hebt opnieuw doet. Op die manier moet je dus een manier vinden om jezelf beter te maken, je personage beter te maken en weg vinden naar het einde van de laatste hideout voordat je te oud bent om dit nog te kunnen doen.
Gelukkig zijn er ook vaardigheden die je definitief kunt unlocken met ervaringspunten die je verdient tijdens de levels. Je verdient er echter nooit genoeg om in een keer alles te kunnen unlocken, dus meerdere runs door de game zijn gewoon nodig.
Meerdere runs zijn sowieso nodig, want je kunt ook diverse shortcuts unlocken waardoor je grote delen van een hideout gewoon kunt skippen. Om dit voor elkaar te krijgen heb je vaak een code of een sleutel nodig die je soms in dezelfde, maar vaak ook in andere hideouts pas weet te vinden. Die shortcuts maken je leven gewoon een enorm stuk makkelijker. Nog een reden voor meerdere runs dus. De game is in een perfecte run binnen de twee uur uit te spelen, maar voordat je daar bent zul je er vele uren meer ingestoken hebben.
Als een baas
Qua graphics oogt de vrij simpel. Het heeft een lekker simplistisch, cartoony stijltje. Alles is direct herkenbaar, maar niet tot in den treure gedetailleerd. Je moet er van houden, maar ik vind het perfect bij de game passen. Alles draait namelijk om de gameplay, de rest is ter ondersteuning. Voor de muziek geldt hetzelfde. Niet te bombastisch, lekker op de achtergrond, perfect bij het decor passend.
Dan die gameplay zelf. Een game die vrij pittig is, moet vooral ook eerlijk zijn. En dat kan alleen maar als de gameplay soepel is en de controls strak zijn. En dat zijn ze. Het vechten werkt eenvoudig. Geen ellenlange, ingewikkelde combo’s die je uit je hoofd moet leren en geen vingers die in de knoop gaan zitten door veel te moeilijke knoppencombinaties. Nee, een paar simpele aanvallen (die wel wat uit zijn te breiden), een knop om te blokken en ontwijken en de mogelijkheid om snel wat afstand te nemen. De kunst zit hem dan ook niet in moeilijke dingen doen, maar in het doorgronden van je vijanden. En dit werkt ontzettend goed. Uiteraard heb ik vooral in het begin flink lopen foeteren op de game, maar was dit vooral om mijn eigen onkunde te maskeren. Ik heb de game uiteindelijk op de laagste stand gezet, heerlijk dat dit gewoon een mogelijkheid is trouwens, om alles wat in de vingers te krijgen. Het moment waarop je dan de moeilijkheid weer opschroeft en massa’s vijanden creperend achterlaat, dan voel je je echt een baas, en dat is wat mij betreft waar deze game om draait.
Conclusie
Sifu is een pittige, maar eerlijke game. Je zult echt moeten oefenen om het in de vingers te krijgen. Wanneer je dit lukt en je alle verschillende vijanden verslagen achterlaat, dan voel je je echt het mannetje. Het verhaal is simpel en hoewel het mysterieuze amulet een leuk dingetje is, is het voor de rest verwaarloosbaar. Een kapstok om de game aan op te hangen. Datzelfde geldt voor de muziek en uiteindelijk ook voor de eenvoudige, cartoony graphics, die ik overigens wel gewoon mooi vind. Alles draait om de gameplay en die zit gewoon heerlijk in elkaar.
Wil je een game waar je je echt even in vast kunt bijten en ben je niet vies van flink wat oefenen en langzaam maar zeker beter worden? Dan ga je Sifu zeker tof vinden.