Na mijn fameuze kennismaking met Project CARS 2 tijdens de Gamescom had ik wel zin in meer. Dus koppelde ik mijn raceseat aan de Xbox en ging ik los.
Het eerste deel van Project CARS is eigenlijk volledig aan me voorbij gegaan. Iets waar ik toch wel een klein beetje spijt van had. Misschien komt het ook wel door de naam: Project Cars. Het klinkt wat ongeïnspireerd als je het vergelijkt met bijvoorbeeld Forza Motorsport, maar na een aantal dagen spelen met deze titel ben ik erachter dat de naam eigenlijk de volledige lading wel dekt. De game ademt werkelijk auto’s en alles eromheen. Dit wordt wel bewezen doordat je op de achtergrond een quote van Ayrton Senna (of een andere grote coureur) hoort als je door de menu’s bladert.
Autoporno
Project CARS is tot de nok toe gevuld met auto’s. Alle grote merken zitten erin en aan elke auto is even veel aandacht besteed. Of je nu kiest voor een Nissan Skyline GT-R uit 1999, de McLaren 720S van dit jaar of een klassieke Ford Escort RS1600 uit 1971, alles ziet er zo absurd mooi uit. Pure autoporno. Er zitten ruim 180 auto’s in de game dus is er voor iedereen wel iets om te kiezen.
Ook het geluid is dik in orde. Auto’s klinken lekker luid en elk motorblok klinkt ook echt anders. Daarnaast is het geluid van de banden die het asfalt raken, remmen, turbo’s, grind dat opspat en in je wielkasten klettert en noem het maar op ook allemaal goed voor elkaar. Aan alles merk je dat er veel liefde voor auto’s in deze game zit.
Grafisch een plaatje
Mocht je nu denken dat door alle aandacht die er in de auto’s gestoken is de rest van de game er minder mooi uitziet, wees gerust. Ook dat is allemaal prima voor elkaar. Vooral in het begin ploegde ik regelmatig een grindbak om, omdat ik meer bezig was te kijken naar de omgevingen dan dat ik op de baan lette. Eenmaal gewend aan al die pracht en praal bedacht de game dat het ook wel eens leuk zou zijn om er een bak water overheen te gooien. Als een volleerd toerist riep ik wederom adembenemend “Oeh” en “Aah” en vergooide ik weer diverse ronden.
Dat water is overigens niet alleen cosmetisch. Regen heeft absoluut invloed op het rijgedrag van je auto. Te vroeg op het gas en je staat achterstevoren. Ook vormt de regen hier en daar op het circuit plassen. Dit stilstaande water ziet er hartstikke mooi uit, maar is levensgevaarlijk voor je race omdat de kans op aquaplanen (waarbij je banden dus het water niet meer af kunnen voeren en je auto gaat drijven op een laagje water) zeer aanwezig is. Behalve regen is ook zand, grind, sneeuw en andere troep op de baan van invloed op het weggedrag van je auto.
De hele wereld rond
Over de hele wereld verspreid zijn er circuits te vinden en je doet een hoop hiervan ook aan. Bekende circuits zoals Spa-Franchorchamps, Silverstone, Barcelona of hun ingekorte versies hiervan, maar ook mij totaal onbekende omlopen in Japan, Zweden of Zuid-Afrika. Wel zijn de wat bekendere circuits iets mooier in beeld gebracht. Er is meer oog voor detail en achtergrond, maar eerlijk is eerlijk, een omloop in Oostenrijk met zijn bergen en bossen is al gauw mooier dan een zandbak-circuit in het Midden Oosten.
Gedurende je career (waar ik straks op terug kom) ontvang je van tijd tot tijd ook invites voor klassieke races. Die laten je niet alleen met klassieke wagens racen, maar brengen je soms ook terug naar klassieke circuits. Denk aan het oude Monza zonder chicanes, met betonplaten als wegdek en oude houten tribunes aan de kant.
Career
Wat betreft verschillende gamemodes is Project CARS 2 wel wat aan de karige kant. Je kunt kiezen uit Quickplay waaronder dan Custom Race, Private Testing en Online races vallen en je kunt kiezen voor Career.
In Career maak je dan je eigen coureur aan, alhoewel dit niet veel meer behelst dan een naam en nationaliteit kiezen en vervolgens gaan. Geen persoonlijke tintjes zoals een gezicht kiezen of een helmdesign. Je hebt het ook helemaal niet nodig, want zodra je klaar bent met het invullen van je naam en het kiezen van een team, wordt je op het circuit gedropt en is het gaan met die banaan. Er zijn geen introductiefilmpjes waarin je coureur centraal staat, geen cutscenes met drama of iets dergelijks. Niks van dit alles. Je kiest een klasse waarin je wilt racen, krijgt een slick filmpje met wat voor auto’s ze daarin rijden en vervolgens ga je los. Het tekent de richting die Project Cars 2 heeft gekozen. Alles draait om de auto’s en de rest is niet belangrijk.
Overigens kun je wel zelf helemaal bepalen waar je wilt racen. Wil je beginnen in de karts? Dat kan. Liever open wheel racing of supercars? Ook een mogelijkheid. Je zit in dat opzicht niet vast aan een vooraf bepaalde route en dat is best wel lekker.
Tunen voor dummies
Het correct afstellen van je auto speelt ook een belangrijke rol in Project Cars 2. Je kunt natuurlijk instappen en wegwezen, maar om echt competitief te worden zul je toch een fatsoenlijke afstelling moeten vinden. Bijna alles kan veranderd worden. Denk aan rembalans, hoe hard je auto afgeveerd staat, achtervleugels, versnellingsbakverhoudingen, bandenspanning enzovoort.
Ik persoonlijk word hier altijd een beetje door afgeschrikt. Ik heb niet idioot veel verstand van auto’s. De basis van een raceafstelling lukt me nog wel, maar verder? Bovendien heb ik helemaal geen zin om uren te priegelen voor een tiende van een seconde.
Gelukkig helpt Project Cars je op dit vlak ook een beetje dankzij je Race Engineer. Schiet je auto telkens te ver door bij het remmen? Onder het kopje “braking” zoek je dit euvel op en stel je die vraag aan je Engineer. Die komt vervolgens met een suggestie om het op te lossen. Spin je telkens uit de bocht? Misschien een aanpassing aan de aerodynamica. Is dit op je huidige auto niet aan te passen? Dan geeft hij je een tip mee over hoe je jouw rijstijl aan zou kunnen passen om dit te voorkomen. Tunen voor dummies.
Donders moeilijk
Ben je inmiddels helemaal enthousiast geworden over de game? Stel jezelf dan nog even deze laatste vraag: laat ik me afschrikken door een donders moeilijke game waarin ik bakken met tijd moet steken om echt beter te worden?
Project CARS 2 is namelijk niet voor iedereen. Ben je een arcaderacer en lijkt Project Cars 2 je wel leuk? Blijf er dan ver uit de buurt, want dit is beslist niet arcade. Vol gas door een bocht is er niet bij. Je zult echt keurig de racelijn moeten volgen, op tijd remmen, voorzichtig zijn met gas geven en hoe hard je instuurt. Heb je eindelijk alles een beetje door, dan ga je door naar de volgende raceklasse en begint het hele spelletje opnieuw.
Ik kon me op een gegeven moment in de open wheel klasse best aardig redden, maar vervolgens in de Renault Clio Cup ging het weer helemaal mis. Elke klasse en elke afzonderlijke auto laat zich weer anders besturen en dit vraagt wel een bepaalde mate van geduld om je dit meester te maken. Ik heb mijn trots uiteindelijk aan de kant geschoven en de AI teruggeschroeft naar “standje circusclown” en alle driver assists zoals ABS en Traction Control vol aangezet om er in elk geval nog iets van te maken en zelfs toen was het nog verdomd hard werken.
Wel speelt het bijzonder fijn weg. De controls zijn strak en de force feedback die ik via mijn racestuurtje ontving maken de game behoorlijk levensecht. Elke hobbel en elke verplaatsing van je auto krijg je via je stuurtje te voelen. Supergaaf!
Conclusie
Project CARS 2 is een onwaarschijnlijk mooie racegame waar werkelijk alles om de auto’s draait. Alles ziet er prachtig uit en klinkt ook goed. De presentatie is hier en daar wel wat kaal, maar voor een bombastische story mode en flashy cutscenes haal je deze game toch al niet. Wat je wel krijgt is een donders moeilijke simulation racer waar je met gemak een aantal maanden mee zoet kunt zijn.
Ben je meer een arcaderacer of heb je weinig geduld? Laat hem dan vooral liggen. Heb je benzine door je aderen lopen en krijg je elke keer wanneer je buurman zijn V8 start kippenvel? Dan kun je hem blind aanschaffen.