Zoals Thijs al in een vorig artikel over de namen in Ori and the Blind Forest aangaf, was ik deze week bezig met de review voor deze nieuwe indie platformer van Moon Studios. Sinds de E3 van 2014 worden we al lekker gemaakt met oogstrelende trailers van een game die iets bijzonders beloofde te worden. Ori and the Blind Forest was naast “What Lies Below” en “The Witness”, de indie game waar ik vooral naar uit keek dit jaar. Is Ori voor mij ook die bijzondere game geworden?
Een prachtige setting
Het verhaal van Ori wordt eigenlijk al heel snel duidelijk. Ori was ooit een deel van de grote boom in het woud waar de game zich afspeelt. Deze boom zorgt voor alle energieën die door het woud vloeien. Door een grote vogel, de vijand van de game, raakt de boom zijn energie kwijt en zo ook de rest van het woud. Het is dus Ori’s taak om de energieën van de boom te heroveren en de vrede in het woud te herstellen. Naast deze rode draad heeft de game ook een hele droevige proloog. Je ziet hier namelijk hoe Ori opgroeit en hoe hij eigenlijk zijn rustige leventje kwijtraakt. Door deze proloog voel je je verbonden met Ori en dit is gelijk ook één van de hoogtepunten van de game.
Gameplay
Een mooi verhaal is hartstikke leuk, maar de game valt of staat natuurlijk bij de gameplay. Zoals je al uit de trailers herleidt zou kunnen hebben, is Ori een 2D platform game. De game gaat vooral over springen en klimmen. Om de game een stuk moeilijker te maken, heb je vaak te maken met een heel scala aan oldschool vijanden. Denk hierbij aan apen die op je proberen springen of een soort slakken die projectielen op je afschieten.
https://www.youtube.com/watch?v=a7AXR-ghM20&spfreload=10
Ondanks dat het een platformer is, blijft de game zeker niet saai. Je speelt namelijk ieder uur een nieuwe skill vrij. Dit houdt de gameplay in balans en zorgt ervoor dat je sommige puzzels of plaatsen die je in het begin van de game niet kon bereiken, op een later moment wel kan bereiken. Je wordt dus constant geprikkeld om in de wereld bezig te zijn in plaats van dat je een lineair verhaal doorloopt.
Bij Ori heb je twee soorten bollen die je kunt verzamelen. De groene bollen geven je health en de blauwe geven je energie. Hoe meer energie je hebt, hoe krachtiger zijn de aanvallen je kunt genereren. Naast krachtigere aanvallen kun je één energie bol ook steken in het saven van de game. Dit brengt wel een leuke mechanic in de game. Soms moet je namelijk de keuze maken tussen een gevecht met veel energie ingaan terwijl je niet hebt gesaved, of de game saven maar een gevecht met weinig energie ingaan. Ik vind het zeer knap van Moon Studios dat ze de speler zulke moeilijke afwegingen kunnen laten maken met een relatief eenvoudig concept als Ori.
Waar je al heel snel achter komt is dat Ori eigenlijk een soort ode aan de oude games is. Doordat het zo aan het Nintendo 64 tijdperk doet denken, is de moeilijkheidsgraad ook hetzelfde als een oldschool game. Sommige bazen in Ori zijn de eerste tien keer dat je het probeert gewoon niet te verslaan. Deze moeilijkheidsgraad voelt voor mij heel fris aan in het bekende gamelandschap.
De manier waarop je gevechten aangaat in Ori zie je weinig in games. Al vrij aan het begin van de game ontmoet je een lichtgevend bolletje genaamd Sein. Hij is eigenlijk jouw wapen en gids. Sein valt de vijanden automatisch aan als je op de X-knop drukt, je hoeft dus niet te richten. Misschien denk je nu dat het vechtsysteem helemaal niet moeilijk is omdat alles automatisch gaat. Dit is echter niet het geval omdat het ontwijken van de aanvallen van de vijanden al een kunst op zich is.
De wereld
De wereld van Ori zit een beetje in elkaar zoals games als Dark Souls en Fez. Het is een open wereld, je kunt in principe gaan en staan waar je zelf wilt. Er zijn best wel wat verborgen kamers en verborgen paadjes te vinden in de wereld van Ori. Door de wereld heen zitten bijvoorbeeld stenen verborgen die een deel van de worldmap onthullen. Dit soort kamers maken het verder exploren van de wereld erg aantrekkelijk. Het enige nadeel hiervan is dat je soms wel heel lang aan het zoeken bent naar nieuwe wegen. Een ander nadeel van de game is dat je na het uitspelen niet meer de wereld terug in kan om verder te exploren. Mensen die per se de 100% willen halen, moeten toch echt alle collectibles voor het einde van de game verzameld hebben.
De sfeer in de wereld van Ori is in één woord grandioos. De graphics en de manier waarop de cut scènes zijn weergegeven geven je het gevoel dat je een sprookje aan het beleven bent. De muziek van de game werkt hier ook heel erg aan mee. Al in het menu-scherm wordt je met de prachtige melodieën geconfronteerd, maar bij de proloog komt dit echt het beste tot zijn recht. Ik heb de proloog al een keer eerder aangehaald, maar voor mij is die proloog echt een mijlpaal in de geschiedenis van de gaming. Chapeau Moon Studios!
Ja echt een geweldig leuke 2D platformer, met een fantastische proloog en muziek die je kippevel bezorgd. Ben ook erg te spreken over de moeilijkheidsgraad, soms zeker wel trial en error gameplay, maar tot nu toe absoluut niet irritant. Nou nog even een echte 3D platformer tijdens E3 Microsoft en dan ben ik helemaal tevreden.