Afgelopen week werd Journey to the Savage Planet door 505 Games uitgegeven. Een co-op actie-avonturen game die voor het eerst tijdens The Game Awards van 2018 getoond werd. Benieuwd wat ze er in de tussentijd van gemaakt hebben?
Het was niet alleen de eerste trailer waardoor ik nieuwsgierig naar Journey to the Savage Planet werd. Het profiel van de studio sprak me ook erg aan. Typhoon Studios is opgericht door Alex Hutchinson (voormalig creative director bij Ubisoft) en Reid Schneider (voormalig executive producer bij Electronic Arts). Twee creatievelingen die van grote studios komen en samen een relatief klein talenvol (en onafhankelijk) team op hebben gericht. Een team bestaande uit iets meer dan 20 man en vrouw, met de beschikking over een redelijk budget, de Unreal-engine en veel creatieve vrijheid.
Ik moet eerijk zeggen dat ik verbaasd was toen ik in het najaar van 2019 hoorde dat de studio verkocht was aan Google met het ontwikkelen van exclusieve games voor Stadia Games and Entertainment als doel. Gelukkig voor ons als Xbox-bezitters is Journey to the Savage Planet nog gewoon op de Xbox uitgegeven. Ik heb me namelijk behoorlijk met deze game vermaakt. Lekkere actie, uitdagende gameplay en nog veel meer. Laat ik eerst maar kort met het verhaal beginnen.
Het pionier programma
In deze game ben je geen held. Eigenlijk ben je een lulletje in de game. Eén naïeve stumper die zich heeft opgegeven voor het pionier programma van Kindred Aerospace, zonder zich goed te hebben laten informeren over het wat en hoe. Met onvoldoende middelen wordt je de ruimte in geschoten. Er is geen weg terug, er is wel een duidelijke opdracht. Jij moet namelijk gaan onderzoeken of de planet waarop jij geland bent, AT-Y 26, leefbaar is. Kan de mensheid naar deze planet verkassen? Die vraag moet jij gaan beantwoorden en dat doe je natuurlijk door te verkennen.
Hoewel je alleen naar de planeet gestuurd bent, wordt je op afstand door Kindred Aerospace ondersteund. Via voorgeprogrammeerde video’s spreekt de iets te enthousiaste CEO, Martin Tweed, je toe. Jouw taak is om de planeet te verkennen en zo veel mogelijk flora en fauna te scannen. Om deze vervolgens naar Kindred voor analyse te versturen. Wat er allemaal ontdekt wordt, daar zal ik omwille van spoilers niet te veel op in gaan. Over all kan ik wel zeggen dat het verhaal oké is.
Exploratie, puzzelen, ‘shooter’-actie en…. boss-battles
Qua gameplay heeft Journey to the Savage Planet mij blij verrast. En wel om meerdere redenen. In de eerste plaats is er de nodige variatie in gameplay en worden verschillende gameplay elementen op soepele wijze afgewisseld. Natuurlijk moet je exploreren en leg je de nodige meters af, maar dat is op geen enkel moment saai. Behalve dat er genoeg valt te zien, is het bovendien een flinke puzzel om op de juiste plekken te komen.
Journey to the Savage Planet is dus behalve gericht op exploratie ook één grote environmental puzzel. Je moet exploreren en objecten scannen en verzamelen (zoals siliconen, aluminium, etc), want met de opgedane kennis en de verzamelde materialen kun je nieuwe tools craften. Deze tools heb je nodig om weer een stap verder te komen in de wereld. De balans hierin is nagenoeg perfect. Het verkennen wordt niet saai, want er is steeds iets nieuws te zien. Het voortbewegen gaat ook niet vervelen, want om het half uur kun je wel weer naar je 3D-printer om een nieuwe skill craften, zoals de double jump of een grappling hook.
De mate waarin het mogelijk is om voorwerpen te craften heeft me echt heel erg verrast. Met name hoe de verschillende upgrades qua timing geïntroduceerd worden. Net op momenten dat je nieuwe delen van de planet gaat ontdekken en denkt ‘hoe kom ik hier verder’, ontdek je nieuwe natuurlijke elementen en kun je weer een nieuw tof wapen bouwen in je 3D-printer of juist extra aanpassingen aan een bestaand item. De ‘skill-tree’ kent een enorme diepgang, waarvan je gedurende de game vaak zult denken ‘wow, kan dit ook’.
Mocht je denken dat je niet genoeg hebt aan het exploreren, upgraden en de platform-actie? Er zijn ook nog genoeg buitenaardse wezens die zorgen voor de nodige dreiging. In feiten is er achter iedere boom, struik of rots genoeg om op te schieten. Sommige van deze dieren zijn passief en zullen je pas aanvallen als jij hen aanvalt, zoals de fluffy roze Pufferbird. Anderen zijn agressiever en zoeken je op. Juist deze (onvoorspelbare) afwisseling, maakt de gameplay extra uitdagend. En op de momenten dat je denkt het merendeel wel een keer gezien te hebben, kom je weer nieuwe dieren tegen, nieuwe fauna of belandt je ineens in een boss-battle waarmee een nieuw deel van de planeet toegankelijk wordt.
Over het algemeen werkt de shooter-actie wel oké. De controls voelen een beetje clunky aan, maar gaan na verloop van tijd wel wennen. Een deel van de battles is ook timing en dat zit goed in elkaar. Het bewegen, springen, sliden en het gebruik van de grappling hook: het loopt allemaal soepeltjes en compenseert meer dan genoeg voor de iet wat stijvere shooter-actie. Ik heb verder geen last gehad van bugs, geen framerate problemen of andere technische mankementen.
De sfeer zit er goed in
Een ander pluspunt van de game is de sfeer die is neergezet. Allereerst is er een adembenemend mooie wereld gecreëerd. Het volledig kleurenpalet is opengetrokken om vervolgens over de planet heen te kieperen. Op mijn One X ziet de game er erg mooi uit. Zowel qua art-style als qua level-design. Schaduweffecten, kleurencombinaties en vormgeving van de flora en fauna lopen allemaal netjes in elkaar over en zijn prima op elkaar afgestemd.
De sfeer wordt in deze game echter niet alleen bepaald door de looks. De (muzikale) deuntjes passen uitstekend bij de game en ook de humor in de game is spot on. Tijdens je reis over de planeet wordt je vergezeld door je AI genaamd E.K.O. die nooit te beroerd is om er droge one-liners uit te gooien. Ook het contact met Kindred Aerospace, en met Martin Tweed in het bijzonder, wordt gekenmerkt door hilarische dialogen. De humor is niet beperkt tot de interacties. Ook in je objectives zit de nodige (verborgen) humor. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat je, wanneer je dood gaat, bij de volgende ronde de plek bezoekt waar je dood bent gegaan. Je lichaam ligt daar dan klaar om begraven te worden, uiteraard in combinatie met een korte ceremonie. Wat je ook zeker eens moet proberen als je samenspeelt: schop zo’n fluffy Pufferbird van een klif af. Het zal je verbazen hoeveel genoegdoening dit geeft.
Tot in de details uitgewerkt
Journey to the Savage Planet is een game die je in 6 uur uit zou kunnen spelen. Je kunt er echter ook meer dan 15 uur over doen. De game heeft een leuke hoofdlijn, maar biedt je ook de ruimte om allerlei side quests op te zoeken en upgrades voor je items te halen. Dat de complete game in co-op te spelen is, is een toffe toevoeging dat ook nog eens heel soepel werkt. Geen gedoe met hubs, laadschermen, enzovoorts. Je kunt gewoon op uitnodiging joinen en in no-time zit je in de game van je buddy.
Helaas kun je je progressie niet meenemen naar je eigen game. Diegene die host boekt de progressie en dan ander draagt daar aan bij. Neemt niet weg dat het natuurlijk ontzettend leuk is om samen door die mooie wereld te stappen en moeilijke boss-battles samen op te knappen.
Nu ik toch op de minpuntjes zit. Soms is het wat onduidelijk hoe je de quest moet vervolgen. In Journey to the Savage Planet kan er tijdens het verkennen van de planeet een veelheid aan informatie op je afkomen. Daarin is het soms onduidelijk welke informatie ‘leuk is om te hebben’ en welke informatie noodzakelijk is om verder te komen. Zo zat ik een tijdje vast op een bepaald deel van de planeet en kwam ik er na een kwartier per toeval achter dat ik een soort van zaadjes had om tegen een muur te gooien, waardoor ik verder omhoog kon klimmen. Maar, al met al, zijn dit slechts kleine irritaties die al snel weer vergeten worden in een verder uitstekende game.
Conclusie
Een prachtige wereld, gevarieerde gameplay, leuke en humoristische interacties. Journey to the Savage Planet biedt naast uitdagende platform-actie een wereld die het verkennen waard is en een verhaal dat precies genoeg biedt om je 8 – 12 uur mee te vermaken. De game zit goed gebalanceerd in elkaar, grafisch ziet het er prima uit en de art-style en art-direction zijn van uitstekende kwaliteit. Extra toevoegingen zoals de photo mode en de mogelijkheid om de game in co-op te spelen, maken de game helemaal af.
De speelduur, het speelplezier en de algehele kwaliteit van de game, rechtvaardigen wat mij betreft de gevraagde prijs van €29,99 zonder twijfel.